Vertaling van real

Inhoud:

Spaans
Nederlands
real {bn.}
reëel
werkelijk 
daadwerkelijk 
wezenlijk
real {zn.}
reaal


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Es una historia real.

Het is een waargebeurd verhaal.

La boda real fue un evento magnífico.

De koninklijke bruiloft was een prachtige gebeurtenis.

Todo lo que puedes imaginar es real.

Alles wat je je kunt voorstellen is echt.

"¿Su historia es real?" "Me temo que no."

"Is zijn verhaal waar?" "Ik vrees van niet."

No tiene nada que ver con la vida real.

Het heeft niets te maken met het echte leven.

Cualquier cosa que podamos imaginar es real, pero lo que en realidad es real es la verdadera pregunta.

Alles wat we ons kunnen voorstellen is echt, maar wat echt echt is, is de echte vraag.

–¿Novatos? –preguntó Dima con un ligero tono de enfado en la voz– ¡Esto no es un videojuego, Al-Sayib! ¡Esto es la vida real!

"Noobs?" vroeg Dima met enige boosheid in zijn stem. "Dit is geen videospelletje, Al-Sayib! Dit is het echte leven!"