Vertaling van salir
wegrijden
uitlopen
uitvaren
afrijden
starten
Voorbeelden in zinsverband
¿Qué podría salir mal?
Wat kan er nou misgaan?
Ella acaba de salir.
Ze is net vertrokken.
Péinate antes de salir.
Kam uw haar voordat ge buiten gaat.
¿Le viste salir?
Hebt ge hem zien buitengaan?
No tengo ganas de salir.
Ik heb geen zin om uit te gaan.
No necesitas salir ya mismo.
Je hoeft niet meteen te gaan.
Hoy tengo ganas de salir.
Ik heb zin om uit te gaan vandaag.
Preferiría salir que quedarme adentro.
Ik zou liever buiten gaan dan binnen te blijven.
Preferiría no salir esta noche.
Ik zou beter niet uitgaan vanavond.
No quiero salir esta tarde.
Ik wil deze namiddag niet buiten gaan.
¿Cuándo estarás listo para salir?
Wanneer ben je klaar om te vertrekken?
Estoy a punto de salir.
Ik sta op het punt uit te gaan.
Permiso por favor, tengo que salir.
Neem mij niet kwalijk, ik moet vertrekken.
Me daba vergüenza salir con ropa vieja.
Ik was beschaamd om in oude kleren uit te gaan.
Tengo que afeitarme antes de salir.
Ik moet mij scheren voor mijn vertrek.