enseñar, indicar, mostrar, señalar {ww.} tonen
laten zien
uitwijzen
wijzen
vertonen
tentoonspreiden
Fíjate bien. Te voy a mostrar cómo se hace.
Kijk goed. Ik zal je laten zien hoe je dit doet.
¿Me puede indicar el camino a la parada de buses?
Kun je me de weg naar de bushalte tonen?