Vertaling van siempre
Voorbeelden in zinsverband
Siempre cambiaremos, siempre aprenderemos.
Altijd zullen we veranderen, altijd zullen we leren.
Siempre me sonríe.
Ze glimlacht altijd naar mij.
Aquí siempre pasa algo.
Er is altijd iets gaande hier.
Así ha sido siempre.
Dat is altijd zo geweest.
¿Tom siempre lleva pistola?
Heeft Tom altijd een geweer bij zich?
Siempre tengo hambre.
Ik heb altijd honger.
Ella siempre sonríe.
Ze glimlacht altijd.
Siempre lleva gafas oscuras.
Hij draagt altijd een donkere bril.
Siempre escucho esta canción.
Ik luister altijd naar dit liedje.
Siempre estoy muy nervioso.
Ik ben altijd erg zenuwachtig.
Ellos siempre se quejan.
Ze klagen altijd.
Siempre lo destrozas todo.
Je vernielt altijd alles.
Siempre llega a tiempo.
Hij is altijd op tijd.
Vivieron felices para siempre.
Ze leefden nog lang en gelukkig.
¿Siempre estás ocupado?
Heb je het altijd druk?