Vertaling van siete

Inhoud:

Spaans
Nederlands
siete {telw.}
zeven 


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Despiértame a las siete.

Wek me om zeven uur.

Desayunamos a las siete.

We ontbijten om zeven uur.

Desayuno a las siete.

Ik ontbijt om zeven uur.

Despiértame a las siete.

Maak me wakker om zeven uur.

Cinco más dos son siete.

Vijf plus twee is zeven.

Nos casamos hace siete años.

We zijn zeven jaar geleden getrouwd.

Suelo desayunar a las siete.

Ik ontbijt doorgaans om zeven uur.

El despertador me despierta a las siete.

De wekker wekt me om zeven uur.

Esta mañana me levanté a las siete.

Ik ben vanmorgen om zeven uur opgestaan.

Su hijo desapareció hace siete años.

Zijn zoon verdween zeven jaar geleden.

Ven aquí antes de las siete.

Kom voor zeven uur naar hier.

Se va al colegio a las siete.

Hij vertrekt naar school om zeven uur.

Uno, dos, tres, cuatro, cinco, seis, siete, ocho, nueve, diez.

Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.

En las mañanas siempre despierto alrededor de las siete.

's Morgens word ik altijd rond zeven uur wakker.

Durante estos siete años en Japón, estudió japonés concienzudamente.

In de zeven jaar die hij in Japan doorgebracht heeft, heeft hij ernstig Japans gestudeerd.