Vertaling van sonrisa

Inhoud:

Spaans
Nederlands
sonrisa [v] (la ~) {zn.}
glimlach 
Me respondió con una sonrisa.
Hij antwoordde mij met een glimlach.
Ellas me saludaron con una sonrisa.
Ze ontvingen me met een glimlach.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Me respondió con una sonrisa.

Hij antwoordde mij met een glimlach.

-Muchísimas gracias -dijo ella con una sonrisa.

"Heel erg bedankt," zei ze met een glimlach.

Él me recibió con una sonrisa.

Hij begroette me met een glimlach.

Tu sonrisa siempre me hace feliz.

Jouw glimlach maakt me altijd blij.

Ella nos saludó con una sonrisa.

Zij verwelkomde ons met een glimlach.

Ella me dio una sonrisa encantadora.

Ze gaf me een charmerende glimlach.

Ellas me saludaron con una sonrisa.

Ze ontvingen me met een glimlach.

Ella saludó a Mr. Kato con una sonrisa.

Glimlachend begroette ze de heer Kato.

¿Él adora su cabello, su sonrisa, sus ojos? ¡Guau! ¡Miente condenadamente bien!

Hij houdt van haar haar, haar glimlach, haar ogen? Wow, hij kan verdomd goed liegen!

La sonrisa es la curva más bella del cuerpo de una mujer.

Een glimlach is de mooiste ronding op het lichaam van een vrouw.