Vertaling van supermercado
Inhoud:
Spaans
Nederlands
supermercado {zn.}
supermarkt
zelfbedieningszaak
zelfbedieningswinkel
zelfbedieningszaak
zelfbedieningswinkel
El supermercado está abierto.
De supermarkt is open.
Mary trabaja en un supermercado.
Mary werkt bij een supermarkt.
Voorbeelden in zinsverband
Spaans
Nederlands
El supermercado está abierto.
De supermarkt is open.
Mary trabaja en un supermercado.
Mary werkt bij een supermarkt.
Ellos están comprando verduras en el supermercado.
Ze kopen groenten in de supermarkt.
Mi casa queda cerca del supermercado.
Mijn huis staat dicht bij de supermarkt.