Vertaling van té
Inhoud:
Spaans
Nederlands
té {zn.}
thee
Bebe algo de té.
Drink wat thee.
¿Café o té?
Koffie of thee?
té {zn.}
theestruik
Voorbeelden in zinsverband
Spaans
Nederlands
¿Tomas té o café?
Drink je thee of koffie?
Sólo tenemos té.
We hebben alleen maar thee.
Bebe algo de té.
Drink wat thee.
¿Quiere café o té?
Wilt ge koffie of thee?
¿Café o té?
Koffie of thee?
Té sin hielo.
Thee zonder ijs.
El té está caliente.
De thee is warm.
No nos queda té.
We hebben geen thee meer.
Prefiero el té al café.
Ik heb liever thee dan koffie.
¿Quieres beber té o café?
Willen jullie thee of koffie?
Nunca bebo té con limón.
Ik drink nooit thee met citroen.
¿Tomas té habitualmente al desayuno?
Heb je gewoonlijk thee voor het ontbijt?
La niña está tomando té.
Het meisje drinkt thee.
¿Qué prefieres, té o café?
Welke heb je liever, thee of koffie?
Quiero otra taza de té.
Ik wil nog een kopje thee.