Vertaling van tal

Inhoud:

Spaans
Nederlands
tal {aanw. vnw.}
dergelijk
dusdanig
zo 
zodanig
zo een
zo'n
zulk
zulk een


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

De tal palo tal astilla.

De appel valt niet ver van de boom.

De tal palo tal astilla.

Zo vader, zo zoon.

Tal vez podamos conversar.

Misschien kunnen we praten.

Hola John, ¿qué tal?

Hallo John, hoe gaat het met je?

¿Qué tal un trago?

Wat dacht je van een drankje?

¿Qué tal una cerveza?

Wat dacht je van een pint?

Hola, ¿qué tal?

Hoi, hoe gaat het?

Un tal Henri quiere verle.

Henry wilt je zien.

Tal vez necesites hervir agua.

Je moet misschien water laten koken.

Tal como se pronosticó, nevó.

Het sneeuwde zoals voorspeld.

¿Qué tal estuvo tu paseo?

Hoe was je wandeling?

Te amo tal como sos.

Ik hou van je, zoals je bent.

Un tal Henry quería verte.

Een zekere 'Henry' wilde jou zien.

¿Qué tal pescado para cenar?

Wat vind je van vis voor het avondeten?

Era tal como yo pensé.

Ik wist het wel.