Vertaling van todos

Inhoud:

Spaans
Nederlands
todos {zn.}
alle 
allemaal 
allen 
al de
Buenos días a todos.
Goeiemorgen allemaal.
¡Hola a todos!
Hallo allemaal!


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Uno para todos y todos para uno.

Eén voor allen, allen voor één.

¿Estáis todos preparados?

Zijt ge allemaal klaar?

Todos quieren ser felices.

Iedereen wil gelukkig zijn.

Todos hablamos inglés.

Wij spreken allemaal Engels.

Todos saben eso.

Iedereen weet dat.

Todos conocen la ley.

Iedereen kent de wet.

¡Buenas noches a todos!

Slaapwel iedereen!

Todos tienen su precio.

Iedereen heeft zijn prijs.

¡Que se vayan todos!

Maak dat je hier wegkomt! Ieder van jullie!

¡Hola a todos!

Hallo allemaal!

Todos lo quieren.

Hij is door iedereen graag gezien.

¡Buenas noches a todos!

Slaapwel iedereen!

¿Cómo están todos?

Hoe gaat het met iedereen?

Todos lo llaman Jeff.

Iedereen noemt hem Jeff.

Buenos días a todos.

Goeiemorgen allemaal.