Vertaling van vago

Inhoud:

Spaans
Nederlands
vago, indefinido {bn.}
onbestemd
onnauwkeurig
vaag 
wollig
vago [m] (el ~), indomiciliado {zn.}
dakloze [m]
vagabundo [m] (el ~), vago [m] (el ~) {zn.}
vrachtzoeker
landloper
vagabundo [m] (el ~), vago [m] (el ~) {zn.}
zwerver
vagebond
vagabundo [m] (el ~), vago [m] (el ~) {zn.}
vagebond
landloper
barzonear, deambular, vagar, amblar, ambular, pasearse {ww.}
rondhangen
slenteren
flaneren
kuieren
drentelen

yo vago
él/ella vagó

ik hang rond
hij/zij/het hing rond
» meer vervoegingen van rondhangen

vagar, errar, vagabundear {ww.}
zwerven
waren 
ronddwalen
ronddolen
dwalen
dolen

yo vago
él/ella vagó

ik zwerf
hij/zij/het zwierf
» meer vervoegingen van zwerven