Vertaling van vestido
yo he vestido
tú has vestido
él/ella ha vestido
ik heb gestaan
jij hebt gestaan
hij/zij/het heeft gestaan
» meer vervoegingen van staan
Voorbeelden in zinsverband
Hiromi lleva un vestido nuevo.
Hiromi draagt een nieuwe jurk.
Hiromi lleva un vestido nuevo.
Hiromi draagt een nieuwe jurk.
Llevaba puesto un vestido feo.
Ze had een lelijk kleed aan.
Me gusta este vestido azul.
Ik vind deze blauwe jurk leuk.
¿Me puedo probar este vestido?
Mag ik deze jurk passen?
Compra el vestido que quieras.
Koop de jurk de je wilt.
Mi vestido nuevo es rojo.
Mijn nieuwe jurk is rood.
Llevaba puesto un vestido blanco.
Ze droeg een wit kleed.
No puedo decidir qué vestido debería comprar.
Ik kan niet kiezen welke jurk ik zal kopen.
Mi abuela me hizo un nuevo vestido.
Mijn grootmoeder maakte me een nieuwe jurk.
Escoge un vestido que te guste.
Kies een jurk die jullie bevalt.
Todos estaban bien vestido en la fiesta.
Op het feest, was iedereen goed gekleed.
Mary lleva puesto un vestido de plástico.
Mary draagt een plastic jurk.
Compré este vestido a bajo precio.
Ik heb deze jurk voor een lage prijs gekocht.
Este vestido es más barato que el tuyo.
Deze jurk is goedkoper dan die van jou.