Vertaling van vez

Inhoud:

Spaans
Nederlands
vez [v] (la ~) {zn.}
keer 
maal 
Intenté una y otra vez.
Ik heb keer op keer geprobeerd.
Léalo otra vez.
Lees het nog een keer.
turno [m] (el ~), vez [v] (la ~), fila [v] (la ~), hilera [v] (la ~), cola [v] (la ~) {zn.}
beurt  [v]
toerbeurt
reeks 
gelid 
rij [v]
file [v]
Era mi turno de limpiar la habitación.
Het was mijn beurt om de kamer te kuisen.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Gracias otra vez por salvarme, otra vez.

Nogmaals bedankt dat je me opnieuw gered heeft.

Intenta otra vez.

Probeer opnieuw.

Léalo otra vez.

Lees het nog een keer.

Lo conocí una vez.

Ik heb hem een keer ontmoet.

Inténtalo otra vez.

Probeer het nog eens.

Intentemos otra vez.

Laten we het nog eens proberen.

Tal vez podamos conversar.

Misschien kunnen we praten.

Recuerdo la primera vez.

Ik kan me de eerste keer nog herinneren.

Esta vez lo intentaré.

Deze keer zal ik het proberen.

Nancy rara vez sonríe.

Nancy glimlacht zelden.

Ésta es la primera vez.

Dit is de eerste keer.

Nunca nos enamoraremos otra vez.

We zullen nooit opnieuw verliefd worden.

Una vez estuve en Kioto.

Ik ben een keer in Kioto geweest.

No quiero hacerlo otra vez.

Ik wil het niet nog eens doen.

Ésta es la última vez.

Dit is de laatste keer.


Gerelateerd aan vez

turno - fila - hilera - cola