Vertaling van Amérique

Inhoud:

Frans
Nederlands
Amérique [v] {eigenn.}
Amerika  [o]


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Que parlent-ils en Amérique ?

Welke taal spreken ze in Amerika?

Je suis né en Amérique.

Ik ben in Amerika geboren.

Je vais en Amérique en avion.

Ik ga met het vliegtuig naar Amerika.

Elle était en Amérique le mois dernier.

Ze was afgelopen maand in Amerika.

Il alla en Amérique étudier la médecine.

Hij ging naar Amerika om medicijnen te studeren.

Son désir est d'aller en Amérique.

Hij wil naar Amerika gaan.

Êtes-vous déjà allé en Amérique ?

Zijt ge al eens in Amerika geweest?

Il veut se rendre en Amérique.

Hij wil naar Amerika.

Dix années avaient passé depuis qu'il était allé en Amérique.

Het is tien jaar geleden, toen hij in Amerika was.

Nous allions à l'église tous les dimanches quand nous étions en Amérique.

Toen we in Amerika waren gingen we elke zondag naar de kerk.

Quelle est la montagne la plus élevée en Amérique du Nord ?

Wat is de hoogste berg van Noord-Amerika?