Vertaling van Espagne

Inhoud:

Frans
Nederlands
Espagne [v] {eigenn.}
Spanje  [o] (narticle ~)
Hispanië [o]


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Il habitait en Espagne, je pense.

Hij heeft, geloof ik, in Spanje gewoond.

Nous avons un collègue en Espagne.

Wij hebben een collega in Spanje.

C'est ce que j'ai acheté en Espagne.

Dit is wat ik gekocht heb in Spanje.

Il semble avoir vécu en Espagne.

Hij heeft, geloof ik, in Spanje gewoond.

Ah ! Si j'étais riche, je m'achèterais une maison en Espagne.

Ah! Als ik rijk zou zijn, zou ik voor mezelf een huis kopen in Spanje.

Après pas mal de discussions, nous décidâmes de passer les vacances en Espagne.

Na veel overleg beslisten we onze vakantie in Spanje door te brengen.


Gerelateerd aan Espagne