Vertaling van abouler

Inhoud:

Frans
Nederlands
donner, passer, abouler, bailler {ww.}
geven 
verlenen
toekennen
toebrengen
opbrengen
aangeven 
Je suis allé donner mon sang aujourd'hui.
Ik ben vandaag bloed wezen geven.
Je veux donner une plante à maman.
Ik wil een plant aan mama geven.


Gerelateerd aan abouler

donner - passer - bailler