Vertaling van aboutir

Inhoud:

Frans
Nederlands
aboutir {ww.}
uitdraaien op
uitlopen op
leiden tot
aboutir {ww.}
grenzen aan
belenden
descendre, donner, aboutir, sorter {ww.}
uittreden
uitstijgen
uitstappen
uitlopen
uitkomen 
uitgaan 
conduire, diriger, mener, aboutir {ww.}
besturen 
voeren 
geleiden
leiden
brengen 
Ton oncle t'a-t-il laissé conduire sa voiture ?
Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?
atteindre, parvenir, remporter, aboutir {ww.}
bereiken 
reiken tot
inhalen
behalen 
Marie n'épargnera rien pour atteindre son objectif.
Mary stopt voor niets of niemand om haar doel te bereiken.
résulter, aboutir {ww.}
voortvloeien
voortspruiten
voortkomen
volgen
uitkomen 
resulteren


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Après tout le mal que l'on s'était donné pour faire aboutir ce projet, il leur a seulement pris une seconde pour l'éliminer au congrès.

Na alle moeite die we ervoor gedaan hebben om dat project op poten te zetten, kostte het ze maar een seconde het onderuit te halen bij de bijeenkomst.

L'Union européenne a été créée dans le but de mettre fin aux guerres qui ont régulièrement ensanglanté le continent pour aboutir à la Seconde guerre mondiale.

De Europese integratie is begonnen om een eind te stellen aan de talrijke en bloedige oorlogen tussen buurlanden, die hun hoogtepunt kenden in de Tweede Wereldoorlog.


Gerelateerd aan aboutir

descendre - donner - sorter - conduire - diriger - mener - atteindre - parvenir - remporter - résulter