Vertaling van accepté
Inhoud:
Frans
Nederlands
accepté {bn.}
aanvaard
erkend
gangbaar
geaccepteerd
erkend
gangbaar
geaccepteerd
accepter, accueillir, admettre, agréer, recevoir, recueillir, adopter, prendre, revêtir, comporter, souffrir, assumer {ww.}
j'accepte
il/elle accepte
ik ontvang
hij/zij/het ontvangt
» meer vervoegingen van ontvangen
Je viens de recevoir votre lettre.
Ik heb zojuist uw brief ontvangen.