Vertaling van accessoire

Inhoud:

Frans
Nederlands
accessoire, auxiliaire, secondaire {bn.}
bijbehorend
bijkomend
bijkomstig 
accessorisch
accessoir
accessoire [m] (l' ~), appendice [m] (l' ~) {zn.}
bijzaak  [v]
bijkomstigheid [v]
bijwerk [o]
aanhangsel  [o]


Gerelateerd aan accessoire

auxiliaire - secondaire - appendice