Vertaling van accident

Inhoud:

Frans
Nederlands
accident [m] (l' ~), sinistre [m] (le ~) {zn.}
ongeluk 
ongeval
accident
ongelukje [o] (het ~)
Accident
Ongeluk
Elle a été blessée dans un accident de voiture.
Ze raakte gewond in een auto-ongeluk.
hasard [m] (le ~), coïncidence, chance, accident {zn.}
toeval
toevalligheid [v]
J'avais rencontré mon professeur par hasard au restaurant la nuit dernière.
Ik ontmoette mijn leraar per toeval in het restaurant gisteravond.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Accident

Ongeluk

Un accident vient tout juste d'arriver.

Een ongeval deed zich juist voor.

Il perdit la vie dans un accident de voiture.

Hij kwam om het leven in een verkeersongeluk.

Même les spécialistes ne comprennent pas cet accident incroyable.

Zelfs deskundigen begrijpen dit ongelofelijke ongeval niet.

Elle a été blessée dans un accident de voiture.

Ze raakte gewond in een auto-ongeluk.

Cet accident est survenu près de chez lui.

Dat ongeluk gebeurde vlakbij zijn huis.

Il eut un accident et se fractura la jambe.

Hij heeft een ongeluk gehad en heeft een been gebroken.

Elle a perdu la vie dans un accident d'avion.

Ze stierf in een vliegtuigcrash.

Il a eu un accident de la circulation.

Hij had een verkeersongeval.

Il a eu un accident et s’est cassé la jambe.

Hij heeft een ongeluk gehad en zijn been gebroken.

Si ce garçon n'avait pas été tué dans cet accident, il serait un étudiant universitaire aujourd'hui.

Als die jongen niet in een verkeersongeluk omgekomen was zou hij nu student zijn.


Gerelateerd aan accident

sinistre - hasard - coïncidence - chance