Vertaling van acquitter
Inhoud:
Frans
Nederlands
acquitter {ww.}
afbetalen
absoudre, acquitter {ww.}
absolveren
de absolutie geven
vrijspreken
de absolutie geven
vrijspreken
absoudre, acquitter {ww.}
de absolutie geven
vrijspreken
absolveren
releveren
vrijspreken
absolveren
releveren
absoudre, acquitter {ww.}
de absolutie geven
vrijspreken
absolveren
vrijpleiten
vrijspreken
absolveren
vrijpleiten
dégager, acquitter {ww.}
vereffenen
verrekenen
kwijtschelden
verrekenen
kwijtschelden
absoudre, acquitter {ww.}
de absolutie geven
absolveren
vrijspreken
verontschuldigen
verschonen
excuseren
absolveren
vrijspreken
verontschuldigen
verschonen
excuseren