Vertaling van affecter
Inhoud:
Frans
Nederlands
agir avec affectation, affecter, feindre, faire des manières, minauder, prendre des airs {ww.}
zich aanstellen
heten
doorgaan
gelden
heten
doorgaan
gelden
agir avec affectation, affecter, feindre, faire des manières, minauder, prendre des airs {ww.}
zich aanstellen
femelen
kwezelen
huichelen
femelen
kwezelen
huichelen