Vertaling van as
ass="vperson">tu as
jij hebt
» meer vervoegingen van hebben
ass="vperson">tu as
jij draagt
» meer vervoegingen van dragen
Voorbeelden in zinsverband
As-tu une voiture ?
Heb je een auto?
Tu as presque raison.
Je hebt bijna gelijk.
As-tu une capote ?
Heb je een condoom?
Tu as beaucoup changé.
Je bent erg veranderd.
Tu as parfaitement raison.
Je hebt helemaal gelijk.
Tu as raison.
Je hebt gelijk.
Tu as l'air pâle.
Je ziet er bleek uit.
As-tu étudié hier ?
Hebt ge gisteren gestudeerd?
As-tu un crayon ?
Heb je een potlood?
As-tu du feu ?
Hebt ge een aansteker?
As-tu déjà dîné ?
Hebt ge al gegeten deze middag?
Où as-tu mal ?
Waar hebt ge pijn?
As-tu le permis ?
Heeft u een rijbewijs?
As-tu des préservatifs ?
Heb je een condoom?
As-tu appelé ?
Hebt ge geroepen?