Vertaling van assurer
Inhoud:
Frans
Nederlands
assurer, certifier, garantir {ww.}
verzekeren
betuigen
betuigen
assurer {ww.}
veilig stellen
verzekeren
assureren
verzekeren
assureren
assurer, cautionner, garantir {ww.}
waarborgen
garanderen
sponsoren
borg staan voor
garanderen
sponsoren
borg staan voor
Tu dois protéger ta famille.
Je moet je gezin beschermen.
On doit mettre un casque pour se protéger la tête.
Men moet een helm opzetten om het hoofd te beschermen.