Vertaling van assuré
betuigen
j'assure
il/elle assure
ik verzeker
hij/zij/het verzekert
» meer vervoegingen van verzekeren
verzekeren
assureren
j'assure
il/elle assure
ik verzeker
hij/zij/het verzekert
» meer vervoegingen van verzekeren
j'assure
il/elle assure
ik vrijwaar
hij/zij/het vrijwaart
» meer vervoegingen van vrijwaren
garanderen
sponsoren
borg staan voor
j'assure
il/elle assure
ik waarborg
hij/zij/het waarborgt
» meer vervoegingen van waarborgen
j'assure
il/elle assure
ik voltrek
hij/zij/het voltrekt
» meer vervoegingen van voltrekken
j'assure
il/elle assure
ik bescherm
hij/zij/het beschermt
» meer vervoegingen van beschermen
j'assure
il/elle assure
ik verzeg
hij/zij/het verzegt
» meer vervoegingen van verzeggen
Voorbeelden in zinsverband
Es-tu assuré?
Ben je verzekerd?
Un revenu assuré est une chose importante pour moi.
Een vast inkomen is een belangrijk iets voor mij.