Vertaling van bois
je bois
tu bois
ik drink
jij drinkt
» meer vervoegingen van drinken
Voorbeelden in zinsverband
Le bois brûle.
Hout brandt.
Bois-tu du café ?
Drink je koffie?
Je ne bois jamais.
Ik drink nooit.
Bois un peu de thé.
Drink wat thee.
Tu bois trop de café.
Ge drinkt te veel koffie.
Je ne bois pas d'alcool.
Ik drink geen alkohol.
Il vit seul dans les bois.
Hij leeft alleen in de bossen.
J'ai fabriqué un bureau en bois.
Ik maakte een bureau van hout.
Ne bois pas autant de bière.
Drink niet zoveel bier.
Je ne fume ni ne bois.
Ik rook noch drink.
Le bureau est composé de bois.
De bureau is gemaakt uit hout.
Je ne bois pas de café.
Ik drink geen koffie.
Je ne bois pas beaucoup de vin.
Ik drink niet veel wijn.
Je bois une bière en ce moment même.
Op dit moment ben ik een bier aan het drinken.
Je ne bois jamais du thé avec du citron.
Ik drink nooit thee met citroen.