Vertaling van bouche

Inhoud:

Frans
Nederlands
bouche [v] (la ~), embouchure [v] (l' ~) {zn.}
mond  [m]
snater
monding  [v]
bek  [m]
Ouvre la bouche !
Doe je mond open.
Ouvrez grand la bouche.
Doe je mond wijd open.
boucher, raccommoder {ww.}
volstoppen
verstoppen
toestoppen
stoppen 
dichtmaken
dichten

je bouche
il/elle bouche

ik stop vol
hij/zij/het stopt vol
» meer vervoegingen van volstoppen



Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Ouvre la bouche !

Doe je mond open.

Ouvrez grand la bouche.

Doe je mond wijd open.

Ne parle pas la bouche pleine.

Spreek niet met volle mond.

Ne parle pas la bouche pleine.

Praat niet met een volle mond.

Je n'ai qu'une bouche, mais j'ai deux oreilles.

Ik heb maar een mond, maar wel twee oren.

Sadako voulait dire plus mais sa bouche et sa langue ne voulaient pas bouger.

Sadako wou er nog meer aan toevoegen, maar haar mond wou maar niet openen.

Sadako voulait dire plus mais sa bouche et sa langue ne voulaient pas bouger.

Sadako wou er nog meer aan toevoegen, maar haar lippen wouden niet meer bewegen.

La pomme de terre était si chaude que je m'en suis brûlé la bouche.

De aardappel was zo heet dat het mijn mond verbrandde.

Tu devrais tourner sept fois ta langue dans ta bouche avant de parler, cela t'éviterait beaucoup de soucis et de malentendus.

Je zou echt eens moeten beginnen denken voor je jouw mond open doet, je zou op die manier veel misverstanden kunnen vermijden.


Gerelateerd aan bouche

embouchure - boucher - raccommoder