Vertaling van bouton

Inhoud:

Frans

Nederlands

bouton [m] (le ~) {zn.}

meeëter
puistje [o]
pukkel
vin [m] (de ~)

bouton [m] (le ~) {zn.}

meeëter
puistje [o]
pukkel
pustel

bouton [m] (le ~) {zn.}

meeëter
pukkel [m] (de ~)
puistje [o]
puist [m] (de ~)

bouton [m] (le ~) {zn.}

meeëter
pukkel
puistje [o]
jeugdpuistje
acne [m] (de ~)
jeugdpuistjes (de ~)

Frans

Nederlands

Il appuya sur le bouton et attendit.

Hij duwde op de knop en wachtte.

Ne touchez pas à ce bouton !

Raak die knop niet aan!

Il appuya sur le bouton de l'alarme.

Hij drukte op de alarmknop.

Ton bouton de chemise est en train de partir.

Er valt bijna een knoop van je bloes af.

J'ai appuyé sur le bouton pour allumer la radio.

Ik drukte op de knop om de radio aan te zetten.

Je ne sais pas sur quel bouton appuyer.

Ik weet niet op welke knop ik moet drukken.