Vertaling van café
Inhoud:
Frans
Nederlands
café {zn.}
café
koffiehuis
bistro
koffiehuis
bistro
Voorbeelden in zinsverband
Frans
Nederlands
Bois-tu du café ?
Drink je koffie?
Café ou thé ?
Koffie of thee?
Le café est froid.
De koffie is koud.
Le café est amer.
De koffie is bitter.
Faisons une pause café.
Laten we koffiepauze houden.
J'aime mieux le café.
Ik heb liever koffie.
Voudrais-tu du café ?
Wil je koffie?
Il n'aime pas le café.
Hij houdt niet van koffie.
Il aime son café noir.
Hij heeft zijn koffie graag zwart.
Tu bois trop de café.
Ge drinkt te veel koffie.
Tom boit uniquement du café.
Het enige wat Tom drinkt is koffie.
Ce café est trop amer.
Deze koffie is te bitter.
Je n'apprécie pas le café.
Ik hou niet van koffie.
Vous désirez du thé ou du café ?
Wilt ge koffie of thee?
J'ai renversé mon café sur le tapis.
Ik morste mijn koffie op het tapijt.