Vertaling van capable
Voorbeelden in zinsverband
Je suis capable d'amour.
Ik kan liefhebben.
Le bébé est capable de marcher.
De baby kan lopen.
C'est un avantage d'être capable d'utiliser un ordinateur.
Het is een voordeel een computer de kunnen gebruiken.
On dit qu'il est capable de parler sans notes.
Men zegt dat hij kan spreken zonder notities te gebruiken.
Il n'est pas capable de faire le travail.
Hij zal het werk niet aankunnen.
Je ne suis pas capable de soulever cette pierre.
Ik kan deze steen niet oppakken.
J'étais chanceux d'avoir été capable de trouver une bonne baby-sitter.
Ik heb geluk gehad dat ik er in geslaagd ben een goede babysit te vinden.
Elle a seulement deux ans mais elle est capable de compter jusqu'à cent.
Ze is nog maar twee jaar, maar ze kan al tot 100 tellen.