Vertaling van chanceux

Inhoud:

Frans
Nederlands
chanceux {bn.}
fortuinlijk
gelukkig 


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Mais il a été chanceux.

Maar hij heeft geluk gehad.

Certains croient que le sept est chiffre chanceux.

Sommigen geloven dat zeven een geluksgetal is.

J'étais chanceux d'avoir été capable de trouver une bonne baby-sitter.

Ik heb geluk gehad dat ik er in geslaagd ben een goede babysit te vinden.