Vertaling van changer
Voorbeelden in zinsverband
J'aimerais changer de chambre.
Ik wil graag mijn kamer veranderen.
Ça ne va rien changer.
Dat zal niets aan de zaak veranderen.
Nous devons changer notre plan.
We moeten ons plan veranderen.
Il est difficile de faire changer les gens.
Het is moeilijk om mensen te veranderen.
J'aimerais changer cette chemise que j'ai achetée hier.
Ik zou graag dit hemd, dat ik gisteren gekocht heb, ruilen.
Il fut difficile de le convaincre de changer d'idée.
Het was moeilijk hem te overtuigen om van gedachten te veranderen.
Vous devez changer de train au prochain arrêt.
Op het volgende station moet u overstappen.
Tout le monde pense à changer le monde, mais personne ne pense à se changer soi-même.
Iedereen denkt erover om de wereld te veranderen, maar niemand denkt erover om zichzelf te veranderen.
Je me demande ce qui a pu le faire changer d'avis.
Ik vraag me af wat hem van gedachte heeft doen veranderen.