Vertaling van chargé d'affaires

Inhoud:

Frans
Nederlands
chargé d'affaires [m] (le ~) {zn.}
zaakgelastigde
charger, confier une tâche {ww.}
opdracht geven 
opdragen 
belasten met

je charge
il/elle charge
j'ai chargé

ik draag op
hij/zij/het draagt op
ik heb opgedragen
» meer vervoegingen van opdragen

charger, chargement {ww.}
inladen
beladen 
belasten 
laden 

je charge
il/elle charge
j'ai chargé

ik laad in
hij/zij/het laadt in
ik heb ingeladen
» meer vervoegingen van inladen

charger {ww.}
laden 

je charge
il/elle charge
j'ai chargé

ik laad
hij/zij/het laadt
ik heb geladen
» meer vervoegingen van laden



Gerelateerd aan chargé d'affaires

charger - confier une tâche - chargement