Vertaling van choses
spullen
Voorbeelden in zinsverband
Tu entends des choses.
Je beeldt je dingen in.
Les choses se présentent bien.
Het ziet er goed uit.
J'ai trop de choses à faire.
Ik heb te veel te doen.
J'ai de nombreuses choses à faire.
Ik heb veel dingen te doen.
Classer les choses n'est pas mon fort.
Ik ben niet goed in het classificeren van dingen.
Dieu est la cause de toutes choses.
God is de oorzaak van alle dingen.
J'ai beaucoup de choses à faire.
Ik heb veel dingen te doen.
Je crains que les choses n'empirent.
Ik ben bang dat de dingen verkeerd zullen uitdraaien.
Il peut dire de telles choses.
Hij kan zoiets zeggen.
Tom a plein de choses à apprendre
Tom heeft nog veel te leren.
J'ai trop de choses dans la tête ces jours-ci.
Ik heb te veel dingen aan mijn hoofd op het moment.
Vous n'avez jamais le temps pour les choses importantes !
Jij hebt nooit tijd voor de belangrijke dingen!
Il connaît beaucoup de choses sur les animaux sauvages.
Hij weet veel over wilde dieren.
L'acide agit sur les choses qui contiennent du métal.
Zuur reageert op dingen die metaal bevatten.
Il y a des choses plus importantes dans la vie.
Er zijn belangrijkere dingen in het leven.