Vertaling van cinq
Voorbeelden in zinsverband
Il peut parler cinq langues.
Hij kan vijf talen spreken.
Cinq et trois donnent huit.
Vijf plus drie is acht.
Il peut parler cinq langues.
Hij kan vijf talen spreken.
Je l'étudie depuis cinq ans.
Ik studeer het al vijf jaar.
Cinq plus trois fait huit.
Vijf plus drie is acht.
Mon père a cinq frères et sœurs.
Mijn vader heeft vijf broers en zussen.
Son anniversaire est le cinq mai.
Zijn verjaardag is op 5 mei.
J’ai étudié l'anglais pendant cinq ans.
Ik heb vijf jaar Engels gestudeerd.
L'amende pour crachat est de cinq livres.
De boete voor spuwen bedraagt vijf pond.
Il a plus de cinq dictionnaires.
Hij heeft meer dan vijf woordenboeken.
Elle partagea la tarte en cinq.
Ze verdeelde de taart in vijf stukken.
J'ai payé cinq dollars pour ce livre.
Ik heb tien dollar betaald voor dit boek.
L'odorat est l'un des cinq sens.
Reukzin is een van de vijf zintuigen.
Un, deux, trois, quatre, cinq, six, sept, huit, neuf, dix.
Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.
Il a trouvé cinq fautes en autant de lignes.
Hij heeft vijf fouten gevonden in evenzoveel regels.