Vertaling van cité

Inhoud:

Frans
Nederlands
cité [v] (la ~), ville [v] (la ~) {zn.}
stad  [v]
plaats  [v]
Quelle belle ville !
Wat een prachtige stad!
Habites-tu en ville ?
Woon je in de stad?
citer, rapporter des propos {ww.}
noemen 
citeren 

je cite
il/elle cite

ik noem
hij/zij/het noemt
» meer vervoegingen van noemen



Gerelateerd aan cité

ville - citer - rapporter des propos