Vertaling van climat

Inhoud:

Frans
Nederlands
climat [m] (le ~) {zn.}
klimaat 
Le Canada a un climat froid.
Canada heeft een koud klimaat.
Le climat ici est très comparable à celui de l'Angleterre.
Het klimaat hier lijkt erg op het klimaat in Engeland.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Le Canada a un climat froid.

Canada heeft een koud klimaat.

Comment trouves-tu le climat du Japon ?

Hoe bevalt u het klimaat in Japan?

Le climat ici est très comparable à celui de l'Angleterre.

Het klimaat hier lijkt erg op het klimaat in Engeland.