Vertaling van de la part de

Inhoud:

Frans
Nederlands
au nom de, de la part de {vz.}
in naam van
namens
partir {ww.}
losbranden
afvuren

il/elle part

hij/zij/het brandt los
» meer vervoegingen van losbranden

partir, se mettre à fonctionner {ww.}
aan de gang brengen
partir, s'en aller {ww.}
vertrekken
weggaan 
zich verwijderen
afgaan 

il/elle part

hij/zij/het vertrekt
» meer vervoegingen van vertrekken

Pourquoi veux-tu partir aujourd'hui ?
Waarom wil je vandaag weggaan?
Maintenant, vous feriez mieux de partir.
U kunt maar beter weggaan.
démarrer, partir {ww.}
vertrekken
starten

il/elle part

hij/zij/het vertrekt
» meer vervoegingen van vertrekken

Le moteur ne voulait pas démarrer.
De motor wou niet starten.
Nous allons partir demain.
We gaan morgen vertrekken.
partir {ww.}
weggaan 
op weg gaan
tijgen
opstappen

il/elle part

hij/zij/het gaat weg
» meer vervoegingen van weggaan

partir {ww.}
vertrekken
wegrijden
uitlopen
uitvaren
afrijden

il/elle part

hij/zij/het vertrekt
» meer vervoegingen van vertrekken

Quand seras-tu prêt à partir ?
Wanneer ben je klaar om te vertrekken?
Vous ne devez pas partir tout de suite.
Je moet nu niet vertrekken.


Gerelateerd aan de la part de

au nom de - partir - se mettre à fonctionner - s'en aller - démarrer