Vertaling van dentiste

Inhoud:

Frans
Nederlands
dentiste [m] (le ~) {zn.}
tandarts  [m]
Connais-tu un bon dentiste ?
Ken jij een goede tandarts?
Il est dentiste de profession.
Hij is tandarts van beroep.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Connais-tu un bon dentiste ?

Ken jij een goede tandarts?

Tu devrais consulter un dentiste.

Ge zoudt naar een tandarts moeten gaan.

Il est dentiste de profession.

Hij is tandarts van beroep.

Elle lui a recommandé de voir le dentiste mais il a déclaré qu'il ne disposait pas de suffisamment de temps pour le faire.

Ze raadde hem aan de tandarts te gaan, maar hij zei dat hij daar niet genoeg tijd voor had.