Vertaling van deux

Inhoud:

Frans
Nederlands
deux {telw.}
twee 


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Deux plus deux font quatre.

Twee plus twee is vier.

Nous deux savons que vous deux mentez.

Wij tweeën weten dat jullie tweeën liegen.

Il a deux sœurs.

Hij heeft twee zussen.

Ken a deux chats.

Ken heeft twee katten.

J'ai deux filles.

Ik heb twee dochters.

Nous avons deux enfants.

We hebben twee kinderen.

J'aime les deux.

Ik hou van alle twee.

Il a deux filles.

Hij heeft twee dochters.

J'ai deux voitures.

Ik heb twee auto's.

Je commandais deux hamburgers.

Ik heb twee hamburgers besteld.

Coupe-le en deux.

Snij het door de helft.

John a deux fils.

John heeft twee zonen.

Il a deux voitures.

Hij heeft twee auto's.

Avez-vous deux livres ?

Heb je twee boeken?

J'ai deux cousines.

Ik heb twee neefjes.