Vertaling van dieu

Inhoud:

Frans
Nederlands
dieu [m] (le ~) {zn.}
god  [m]
godheid  [v]
Dieu existe.
God bestaat.
Dieu protège la Reine !
God beware de koningin.
Dieu [m] {eigenn.}
God [m]


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Dieu existe.

God bestaat.

Remerciez Dieu.

Godzijdank.

Dieu créa le monde.

God heeft de wereld geschapen.

Dieu protège la Reine !

God beware de koningin.

L'homme propose, Dieu dispose.

De mens wikt, God beschikt.

Que Dieu rase la Reine !

God schere de koningin!

Que Dieu soit avec nous.

God zij met ons.

Que Dieu soit avec nous.

God zij met ons.

Mon Dieu!

Mijn God!

Dieu créa le monde en six jours.

God schiep de wereld in zes dagen.

Dieu est la cause de toutes choses.

God is de oorzaak van alle dingen.

Je suis le dieu du nouveau monde.

Ik word de god van de nieuwe wereld.

Mars est le dieu de la guerre.

Mars is de god van de oorlog.

Croyez-vous en l'existence de Dieu ?

Geloof je in het bestaan van God?

Si Dieu n'existait pas, il faudrait l'inventer.

Als God niet bestond, zouden we hem moeten verzinnen.


Gerelateerd aan dieu

Dieu