Vertaling van donc
Voorbeelden in zinsverband
Et donc ?
En?
Je pense donc je suis.
Ik denk, dus ik ben.
Alors à ce soir, donc. Tchao !
Tot vanavond dan. Doei!
Où avez-vous donc trouvé cette clef ?
Waar heb je die sleutel gevonden?
Donc euh je prends du poulet.
Nou, dan neem ik kip.
Mais enfin, de quoi parlez-vous donc ?
Over wat hebt ge het eigenlijk?
Qu'ai-je donc fait pour mériter cela ?
Wat heb ik gedaan om dit te verdienen?
Que croyez-vous donc être en train de faire ?
Wat ben je godsnaam aan het doen?
Ma sœur a deux fils, donc j'ai deux neveux.
Mijn zuster heeft twee zonen, dus ik heb twee neven.
Mon père vit et, donc, travaille à Tokyo.
Mijn vader woont en werkt in Tokio.
J'avais travaillé dur toute la journée, donc j'étais très fatigué.
Ik had de hele dag hard gewerkt, en dus was ik heel moe.
Il fait bon aujourd'hui donc on peut nager dans la mer.
Het is warm vandaag, dus je kunt in zee zwemmen.
Elle m'a dit de ne le dire à personne, je n'en ai donc rien fait.
Ze zei dat ik het aan niemand moest vertellen. Dus heb ik mijn mond gehouden.
Je vais donc jouer au Sudoku au lieu de continuer de te déranger.
Dan ga ik wel Sudoku spelen, in plaats van jou nog verder te storen.
Il était déjà tard, donc je suis rentré à la maison.
Het was al laat, dus ik ben naar huis gegaan.