Vertaling van droit

Inhoud:

Frans

Nederlands

droit {bn.}

rechter-
rechts
vandehands

droit, honnête, loyal {bn.}

loyaal
trouw
getrouw
trouwhartig

droit [m] (le ~) {zn.}

recht
bevoegdheid [v]

Vous avez le droit de garder le silence.

U hebt het recht om te zwijgen.

droit, rectangle {bn.}

haaks
recht
rechthoekig
loodrecht

droit [m] (le ~) {zn.}

recht

direct, droit {bn.}

direct
live
recht
rechtstreeks

Frans

Nederlands

Il allongea son bras droit.

Hij stak zijn rechterarm uit.

Chacun devrait exercer son droit de vote.

Iedereen zou van zijn stemrecht moeten gebruik maken.

Continue tout droit

Ga rechtdoor

Allez tout droit jusqu'au bout de la rue.

Ga rechtdoor, tot het einde van de straat.

Vous avez le droit de garder le silence.

U hebt het recht om te zwijgen.

Tu n'as pas le droit de nager ici.

Je kan hier niet zwemmen.

Un angle à 90 degrés est appelé un angle droit.

Een hoek van 90 graden noemt men een rechte hoek.

Vous avez droit à trois essais pour deviner où je me trouvais hier !

Drie keer raden waar ik gisteren ben geweest!