Vertaling van dégager
Inhoud:
Frans
Nederlands
dégager {ww.}
opduikelen
te voorschijn halen
laten verschijnen
te voorschijn halen
laten verschijnen
dégager {ww.}
uitstromen
overvloeien
overvloeien
dégager {ww.}
vrijmaken
dégager, acquitter {ww.}
vereffenen
verrekenen
kwijtschelden
verrekenen
kwijtschelden
dégager {ww.}
weglopen
wegvloeien
afvloeien
wegvloeien
afvloeien
distinguer, dégager, identifier, reconnaître {ww.}
onderscheiden
onderscheid maken tussen
onderkennen
onderscheid maken tussen
onderkennen
Peux-tu la distinguer de sa sœur ?
Kunt ge haar onderscheiden van haar zus?
Vous devez éduquer votre langue pour distinguer le bon café du mauvais
Je moet je tong leren om goede koffie van slechte te onderscheiden.