Vertaling van elles

Inhoud:

Frans
Nederlands
elles, ils, eux {pers. vnw.}
ze
zij 


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

J'aime chacune d'entre elles.

Ik hou van ze allebei.

Sont-elles amies ?

Zijn ze vrienden?

Elles ne m'aiment pas.

Ze houden niet van mij.

Elles étaient occupées.

Ze waren druk.

Elles se sont mariées jeunes.

Zij zijn getrouwd toen ze nog jong waren.

Elles s'accordèrent sur un prix.

Ze werden het eens over de prijs.

Elles raffolent de cette chanson.

Ze houden van dat lied.

Elles le font chaque semaine.

Ze doen het elke week.

Elles ont bu deux bouteilles de vin.

Ze hebben twee flessen wijn gedronken.

Ces étoiles sont-elles visibles depuis l'Australie ?

Kun je deze sterren in Australië zien?

Que veulent-elles que nous fassions ?

Wat willen ze dat we doen?

Elles reçurent toutes trois un présent.

Ze hebben elk een geschenk ontvangen.

Elles ne sauront que nous sommes là.

Ze zullen nooit weten dat we hier zijn.

Elles croient que Jane est honnête.

Ze geloven dat Jane eerlijk is.

Elles mettent du poisson en conserve.

Zij kunnen vissen.


Gerelateerd aan elles

ils - eux