Vertaling van entraîner
Inhoud:
Frans
Nederlands
entraîner {ww.}
wegbrengen
wegdragen
uitdragen
wegdragen
uitdragen
entraîner {ww.}
samentrekken
fronsen
fronsen
effacer, enlever, essuyer, entraîner, aplanir {ww.}
wegvegen
uitwissen
uitvegen
wissen
uitwissen
uitvegen
wissen