Vertaling van fabrique

Inhoud:

Frans
Nederlands
fabrique [v] (la ~), usine [v] (l' ~) {zn.}
fabriek [v]
Des centaines de personnes travaillent dans cette usine.
Honderden mensen werken in die fabriek.
Notre entreprise a le projet de construire une nouvelle usine chimique en Russie.
Ons bedrijf is van plan een nieuwe chemische fabriek te bouwen in Rusland.
construire, fabriquer, faire, opérer, poser {ww.}
doen 
maken 
uitvoeren 
uitrichten
uitbrengen
bedrijven 
aanmaken 

je fabrique
il/elle fabrique

ik doe
hij/zij/het doet
» meer vervoegingen van doen

Il est préférable de ne rien faire que de faire quelque chose de médiocre.
Beter niets doen, dan een fout te maken.
Que dois-je faire ?
Wat moet ik doen?
fabriquer {ww.}
vervaardigen
maken 
aanmaken 
fabriceren 

je fabrique
il/elle fabrique

ik vervaardig
hij/zij/het vervaardigt
» meer vervoegingen van vervaardigen



Gerelateerd aan fabrique

usine - construire - fabriquer - faire - opérer - poser