Vertaling van fier
Inhoud:
Frans
Nederlands
fier, altier {bn.}
fier
prat
trots
prat
trots
Voorbeelden in zinsverband
Frans
Nederlands
Il est fier d'être musicien.
Hij is fier, muzikant te zijn.
Je suis très fier de mon fils.
Ik ben zeer trots op mijn zoon.
Il est fier de son fils.
Hij is trots op zijn zoon.
Je suis fier de mon frère.
Ik ben fier op mijn broer.
Je suis fier de son honnêteté.
Ik ben trots op zijn eerlijkheid.
Je suis très fier de mon père.
Ik ben zeer trots op mijn vader.
Il est fier de ce que son père était un grand scientifique.
Hij is trots, dat zijn vader een beroemde wetenschapper was.