Vertaling van fond
gieten
il/elle fond
hij/zij/het giet
» meer vervoegingen van gieten
wegsmelten
dooien
il/elle fond
hij/zij/het ontdooit
» meer vervoegingen van ontdooien
gieten
il/elle fond
hij/zij/het giet af
» meer vervoegingen van afgieten
Voorbeelden in zinsverband
Le sucre fond dans l'eau.
Suiker lost op in water.
Quand la glace fond, elle se transforme en eau.
IJs wordt water wanneer het smelt.
Il reste un peu de vin au fond du verre.
Er is nog wat wijn op de bodem van het glas.
Ils ont escaladé les plus hauts sommets et marché sur le fond des mers.
Ze hebben de hoogste bergen beklommen en op de bodem van de zee gelopen.
Si vous regardez avec attention, vous verrez que la boîte est munie d'un double fond.
Als je goed kijkt dan zie je dat de doos een valse bodem heeft.