Vertaling van frapper

Inhoud:

Frans
Nederlands
frapper, heurter {ww.}
slaan
opvallen
kloppen 
klappen
Je n'avais pas l'intention de le frapper.
Het was niet mijn bedoeling hem te slaan.
battre, frapper, heurter {ww.}
slaan
meppen
klappen
kloppen 
houwen
atteindre, frapper, parvenir, saisir {ww.}
treffen 
teisteren
inslaan
raken 
halen


Gerelateerd aan frapper

heurter - battre - atteindre - parvenir - saisir